Biden heeft het meeste te verliezen
Voorbeschouwing op de presidentsdebatten
Amerikaanse presidentsdebatten mogen zich verheugen in grote belangstelling. En terecht, er staat iets op het spel. Meestal hebben ze weinig meetbare impact, maar in een close race kan een minimale verschuiving de doorslag geven. Als er impact lijkt te zijn, gaat dat meestal niet over inhoudelijke verschillen – die zijn ook tevoren wel duidelijk – maar om (nonverbale) communicatie: Bush sr. die verveeld op zijn horloge kijkt; een vermoeide zucht van Gore; Dukakis die als een robot reageert op een persoonlijke vraag. Het eerste debat dat op televisie werd uitgezonden – Nixon vs. Kennedy in 1960 – werd beroemd omdat radioluisteraars Nixon als winnaar aanwezen, terwijl televisiekijkers Kennedy beter vonden. Het beeld van een bezwete Nixon won het van zijn verbale prestatie. Dat inhoud er vaak niks toe doet werd geïllustreerd in 1976. Gerald Ford leverde waarschijnlijk de slechtste debatprestatie ooit, door te beweren dat er geen Sovjet dominantie in Oost-Europa was. Niettemin scoorde hij nà de debatten beter in de peilingen dan ervoor.
In 2016 was Trump in de pers afgeschilderd als een incompetente kandidaat en was de vraag of hij zich staande zou houden en geen al te domme of impulsieve dingen zou zeggen. De lat lag dus niet hoog, wat in het voordeel van Trump werkte. Vier jaar later weet iedere kiezer exact wat hij van Trump vindt – onwaarschijnlijk dat een paar debatten nog enig verschil gaan maken. De rollen zijn omgedraaid, want Trump beweert dat Biden ze niet meer allemaal op een rijtje heeft, en geeft hem nicknames als Sleepy Joe en Joe Hiden. Hij eist zelfs een doping test. Heeft Trump nu de lat niet erg laag gelegd voor zijn tegenstander? Als Biden een redelijke debatprestatie levert glijden de bijnamen van hem af.
De nicknames zijn echter ook vileine set-ups. ‘Sleepy Joe’ legt de nadruk op Biden’s vermeende cognitieve achteruitgang. Biden heeft zijn hele carrière al last van versprekingen. Daar is onmiskenbaar een zekere traagheid en broosheid bijgekomen. Zijn energieniveau ligt beduidend lager dan Trump. Biden voert minimaal campagne. In de optredens die hij doet, begaat hij de ene verspreking na de andere verhaspeling. Zijn supporters zijn al tevreden als hij een speech kan volbrengen met een teleprompter. Zonder hulpmiddelen vergist hij zich soms in waar hij is, aan welke verkiezing hij meedoet en vergeet hij soms halverwege een zin wat hij ook weer wilde zeggen. Hij is lichtgeraakt en heeft kiezers uitgescholden voor een draaiende camera. Biden zal hier bovenuit moeten stijgen, anders bevestigt hij een self-fulfilling prophecy en wordt Trump’s overwinning lang niet zo nipt als in 2016.
Trump werd de vorige keer geholpen door een desastreus slechte campagne van zijn tegenstander. Tot nu toe is Biden’s strategie om zo weinig mogelijk optredens te doen en Trump fouten laten maken. Het heeft hem een voorsprong opgeleverd in de meeste peilingen. Nancy Pelosi heeft hem zelfs geadviseerd de debatten af te zeggen. Het zou me niet verbaasd hebben als Biden inderdaad had afgezegd. Maar de trend lijkt te kantelen en dat legt meer druk bij Biden. Nu hij aan de bak moet, is de valkuil dat hij overcompenseert en zijn glazen ingooit.