Studenten in tentenkampen
Onderstaande brief is een reactie op dit artikel in NRC van 20 augustus. Dat wil zeggen, zo was deze brief aangeboden. Helaas heeft een NRC redacteur alle pit eruit geredigeerd en hem ook moeilijk te begrijpen gemaakt. Vandaar hier de originele versie:
Studenten in Tentenkampen
Het academisch jaar begint weer, dus zien we artikelen over de sterke groei van de Nederlandse universiteiten. Het zou de indruk kunnen wekken dat het goed gaat. Het artikel “Na het tentenkamp is de student al blij met een logeerplek” (NRC, 20/8) toont ons een van de schaduwkanten. Het verweer van het universiteitsbestuur, dit keer uit Wageningen, is stuitend. „Het ligt niet aan ons”, zegt de woordvoerder, “huisvesting is niet onze kerntaak”. Ook van de wethouder mag de universiteit doorgroeien. Studenten zijn intussen overgeleverd aan louche huisjesmelkers die hen het vel over de oren halen. En maar glossy folders drukken over studeren aan een top 100 universiteit.
In dat laatste zit ook de oplossing. Van de politiek is namelijk weinig te verwachten. Politici willen dat onze universiteiten top zijn, maar ook goedkoop en onbeperkt toegankelijk. De hoop is dat het tot de makers van ranglijsten doordringt dat betaalbare huisvesting een belangrijk criterium van de beoordeling zou moeten zijn. Topuniversiteiten dwingen hun studenten om in elk geval het eerste jaar op campus te wonen. Weg van het gepamper, op eigen benen. In Nederland zit een groot deel van de studenten – soms vrijwillig, soms noodgedwongen – thuis bij de ouders. Gemiste kans in de ontwikkeling, zou punten moeten kosten in de Elsevier enquête, de Times ranglijst en wat dies meer zij. Zo gauw onze universiteiten uit de top 100 vallen omdat ze de Bildung van hun studenten aan de NS en huisjesmelkers overlaten, bestaat een kans dat de prioriteiten verlegd worden.