We want our money back
Onderstaand artikel gaat over het getob van onderzoeksfinancier NWO met de zogenaamde persoonsgerichte subsidies. Dit is de lange versie van een ingekorte ingezonden brief in de NRC / NRC Next van 1 augustus 2018:
In het artikel (Bijna) moeder? Vergeet dat onderzoeksgeld dan maar(NRC, 21 juli 2018) worden de problemen beschreven van vrouwen die tijdens zwangerschap meedingen naar prestigieuze, persoonsgerichte onderzoeksubsidies bij NWO. Zoals een deadline rond de bevalling. Deze problemen zouden zich niet voor hoeven doen, want NWO kent anderhalf jaar verlenging van de indientermijn toe per kind. Sommigen vrezen echter dat hun kansen nadelig beïnvloed worden als ze van die verlenging gebruik maken. In het artikel worden aangepaste procedures bepleit bij zwangerschap.
Dit probleem kan veel eenvoudiger opgelost worden. Schaf persoonsgerichte subsidies voor junior onderzoekers af. Dit proces is namelijk te zeer afhankelijk van toeval.
De aanvraagdruk is zo hoog dat gewerkt gaat worden met vooraanmeldingen, bestaande uit een beknopt CV en een onderzoeksidee van slechts 300 woorden. Hoe maak je onderscheid tussen beknopte CVs van tientallen getalenteerde jonge onderzoekers? In de praktijk springt een klein aantal erbovenuit en komt de rest van het selectieproces neer op gemillimeter en terugvallen op simpele en onvolkomen criteria zoals aantal publicaties.
In deze fase is het CV nog dermate in opbouw dat een externe, breed samengestelde commissie – hoe gewetensvol die ook te werk gaat – daar veel slechter een oordeel over kan vellen dan de omgeving waar de kandidaat werkt. In feite wordt het talentbeleid op Nederlandse universiteiten, en voor een deel ook het onderzoeksbeleid van afdelingen, al jaren uitbesteed aan anonieme referenten en externe commissies die deels matig deskundig zijn op het onderhavige voorstel, die soms concurrent zijn, en die in alle gevallen oordelen op basis van onvolledige informatie. Dit gaat dan ook geregeld fout. Ook uitgewerkte voorstellen zijn beperkt in omvang, waardoor niet alles in detail beschreven kan worden en er altijd wel een stok is om de aanvraag mee te slaan.
In 2008 hevelde minister Plasterk van onderwijs 100 miljoen euro over van de universiteiten naar NWO. De universiteiten moesten hun aandeel van dat budget in onderlinge competitie zien terug te halen. Nadeel van zo’n maatregel is dat het organiseren van de competitie ook geld kost en vooral veel tijd. Verder leidde dit tot een forse uitbreiding van persoonsgerichte subsidies. Dit budget kan beter terug naar de universiteiten. Die kunnen vervolgens weer promovendi en postdocs aanstellen op de eerste geldstroom, daarbij lettend op gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Persoonsgerichte subsidie is een geschikt instrument voor mid-career en gevorderde onderzoekers. Het vergroot hun zelfstandigheid en het heeft bijgedragen aan modernisering van het benoemingsbeleid. Voor junior onderzoekers heeft het meer nadelen dan voordelen.