Tentamenboete en excelleren in vrijheid blijheid
De vermaledijde tentamenboete is onwenselijk én onnodig schrijft Willem van der Does, die ook meteen de oplossing presenteert.
De tentamenboete-soap duurt nog even voort, nu Rechten hem opnieuw heeft ingevoerd. Geen 75 euro meer, maar 20 euro, want dat lijkt de minister nog wel toe te willen staan. De faculteit houdt ook rekening met Kamervragen. Zijn er geen echte problemen meer die aandacht behoeven van bewindslieden en volksvertegenwoordigers?
De tentamenboete is het gevolg van een paar denkfouten en is overbodig en onwenselijk.
Als docent vind ik toetsing een onlosmakelijk onderdeel van een cursus. Studenten de gelegenheid bieden om het tentamen uit te stellen lijkt klantvriendelijk, maar is het niet. Het vermindert de urgentie van de cursus, waardoor studenten slechter voorbereid in de werkgroep zitten en hun medestudenten een ongunstig leerklimaat bezorgen. Bovendien leidt het tot rechtsongelijkheid: wie de eerste tentamengelegenheid benut, heeft minder kans op een hoog cijfer dan iemand die langer de tijd neemt.
Indien deelname aan de eerste tentamengelegenheid verplicht wordt, zijn boetes overbodig. Maar al die no-shows dan, die zorgen voor onnodige kosten voor het kopiëren van tentamens en reserveren van stoelen? Dat is snel verholpen indien gelijktijdig wordt afgekondigd dat no-show leidt tot een 1 en een herkansing niet leidt tot een cijfer maar tot een ‘pass’ die bij de berekening van het GPA als een 6 wordt gehanteerd.
Nog een maatregel die gelijke kansen bevordert: wie nu de eerste keer een 5 haalt kan alsnog een 9 halen, wie de eerste keer een 6 haalt heeft verder het nakijken. De snelstudeerder ziet vervolgens zijn deelname aan honourstrajecten in gevaar komen – kan de minister zich niet eens buigen over dát onrecht?
Als we van studenten verwachten dat ze leren plannen, moeten ze ook bij inschrijving voor een cursus kunnen overzien of het tentamen in hun schema past.
Als de cursus of het pakket cursussen in een semester tegenvalt, kunnen studenten zich in de eerste twee weken nog uitschrijven. Wie dat niet doet, moet het tentamen doen of haalt een 1. In voorkomende gevallen, bij ziekte bijvoorbeeld, kunnen studenten een uitzondering krijgen – dat zullen ze niet veel vaker dan één keer per jaar geloofwaardig kunnen doen. Voor studenten met een chronische ziekte kan een regeling bedacht worden.
Dit is geen pleidooi voor snelstuderen, hoewel daar op zich niks tegen is. Niettemin kan ik iedereen aanbevelen om alle mogelijkheden te benutten om de studietijd te rekken en studie te combineren met besturen, met sport, muziek of andere extracurriculaire activiteiten. Maar dan graag via een geplande spreiding van cursussen, niet via het oprekken van cursussen.