Het gelijk van de kiezer
Wie van mening is dat politiek over standpunten moet gaan in plaats van over de persoonlijkheid van politici heeft een slechte week achter de rug. De rest van Nederland is opgelucht dat er toch nog een respectabele én kansrijke kandidaat-premier is opgedoken.
Het is een misverstand om te denken dat het belang van de persoon van de politicus iets van de laatste tijd is. De opkomsten en neergangen van D66 zijn al 44 jaar onlosmakelijk verbonden met de persoon van de lijstaanvoerder. Kiezers hebben trouwens groot gelijk dat ze hun stemgedrag grotendeels laten bepalen door de vraag of ze een politicus vertrouwen of niet. In een wereld met snel veranderende omstandigheden kun je maar beter stemmen op iemand die deugdelijke uitgangspunten koppelt aan intelligentie en stressbestendigheid, dan iemand die in verkiezingstijd een aantal aantrekkelijke standpunten inneemt. De houdbaarheid van de meeste standpunten is namelijk aanmerkelijk korter dan vier jaar.
Vorige maand is het kabinet gevallen omdat men de kiezer in 2007 iets had beloofd. Dat lijkt een politiek van standpunten, maar in werkelijkheid ging ook dit over karakters. De belofte om te vertrekken was gedaan toen er een crimineel regime in Washington zat, inmiddels zijn er sterk gewijzigde omstandigheden. Het is zelfs minachting van de kiezers om te stellen dat een gewijzigd besluit over Uruzgan niet was uit te leggen. In de campagne van 2006 was Bos door het CDA ‘gedraai’ verweten. Het trucje was afgekeken van Bush’ strategie tegen John ‘flipflop’ Kerry. Bos noch Kerry konden het adequate antwoord op dit verwijt vinden, waardoor het aan beiden is blijven kleven. Na 2006 is de mantra ‘Bos draait’ overgenomen door Wilders. Door zo de nadruk te leggen op consistentie van standpunten verraadde Bos dat het weerspreken van zijn imago een voorname drijfveer was geworden. Dat had hem in de komende campagne juist op dit punt weer kwetsbaar gemaakt.
Een ander misverstand is dat negatieve campagnes onethisch zijn. Campagnes kunnen positief of negatief zijn, en ethisch of onethisch, maar die indelingen hebben weinig overlap. Een negatieve campagne kan heel goed ethisch zijn. De PvdA sluit de PVV uit, maar ‘niet vanwege de persoon van Wilders, maar vanwege zijn standpunten’. Waarom eigenlijk niet vanwege zijn persoon? Uit de onlangs opgedoken discussie tussen Fortuyn en Wilders blijkt dat Wilders zijn visie op de islam radicaal omgekeerd heeft toen na de moord op Fortuyn het standpunt vacant kwam dat ontevreden kiezers aanspreekt. Geert ‘flipflop’ Wilders. Niet Geert ‘voortschrijdend inzicht’ Wilders, want wat was zijn commentaar toen hij met het oude inzicht werd geconfronteerd? ‘Ik vond het toen al, maar zat onder de knoet van Van Aartsen’. Geert ‘ik zeg niet wat ik vind’ Wilders.
Negatieve campagnes hebben inderdaad een risico, namelijk dat van escalatie. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is om kiezers te wijzen op de ongunstige karaktertrekken van politici, voordat ze aan de macht komen. Dat vergt soms een negatieve campagne, want je kunt er helaas niet op vertrouwen dat kiezers zelf de verbanden zullen leggen. Minister Vogelaar kon niet in de Tweede Kamer verschijnen zonder Wilders in haar nek, maar haar opvolger zocht vergeefs het debat. Geen wonder, Wilders voelde aan zijn water dat hij met een veel krachtiger tegenstander te maken had. Geert ‘duikertje’ Wilders. Of neem het commentaar dat Wilders zoal over de rechterlijke macht heeft laten optekenen: ze voeren politieke processen, ze zijn gek geworden, het is een linkse kongsi. Geert ‘Silvio’ Wilders, wie zit daarop te wachten?
De PVV voert al jaren negatieve campagnes, en het leidt voornamelijk tot verkrampte reacties als ‘hier moeten we niet aan meedoen’. De conclusie die de meerderheid hieraan verbindt, is dat de rest slapjanussen zijn, ze slaan niet eens terug als ze worden geslagen. Partijen moeten positieve campagnes voeren om hun eigen ideeën uit te dragen. Als iedereen zich daartoe beperkt is er niks aan de hand. Maar wie de indruk wil wekken een knip voor zijn neus waard te zijn laat een negatieve campagne niet onbeantwoord en zet de ongunstige eigenschappen van zijn tegenstanders in het volle daglicht.