Laten we de BaMa invoeren
Het had zo mooi kunnen zijn. Maar de scheiding tussen bachelor en master bestaat enkel op papier, schrijft Willem van der Does, Leids hoogleraar psychologie. ‘De missie was: snel invoeren en zo min mogelijk veranderen.’ Hoog tijd om de BaMa in te voeren.
(Gepubliceerd in MasterSpecial van Universitaire Weekbladen, april 2009).
De BaMa-operatie was tien jaar geleden – net als de kredietcrisis nu – een ongevraagde bezoeking én een buitenkans. Een bezoeking omdat weinigen zaten te wachten op weer een herstructurering. Een van de ideeën erachter – het vergroten van de mobiliteit van studenten – was ook niet voor ieder aanlokkelijk. Tot dan kozen scholieren op geografische of familie-historische gronden hun universiteit, die daardoor een stabiele instroom en financiering had. Mobiliteit zou dat maar verstoren. Verder was het niveau van Nederlandse universiteiten vrij goed, dus: if it ain’t broke, why fix it?
Maar het was ook een buitenkans: het systeem was wel degelijk hard aan vernieuwing toe. De rendementen waren zo beschamend dat ze over de nominale studieduur niet gepubliceerd werden. Dat is nog steeds zo: zoek naar de BA-rendementen, en u vindt slechts die na 4 jaar (43%) en na 5 jaar (52%). Dat is al een stuk beter dan vóór de BaMa, maar ter vergelijking: Amerikaanse topuniversiteiten halen 96% (6-jaars rendement van 4-jarige BA, bij 98% freshman retention rate). Emory University, dat op de Times ranglijst net boven ons staat, scoort 88% bij 94% retention. Dat verschil komt veel meer door het onderwijssysteem dan door niveauverschillen van studenten.
Een probleem van het oude systeem was verder dat veel studies nauwelijks studenten trokken. Niet zo verwonderlijk, welke achttienjarige kiest nu voor Assyrisch? Natuurlijk moet de universiteit unieke kennis koesteren, maar dergelijke studies in stand houden kost geld, dat elders wordt onttrokken. Zo had je paradepaardjes en onderwijsfabrieken. Niet dat alle paradepaardjes het makkelijk hadden: ondanks subsidie moesten ze het soms doen met minimale staf. Rechten en sociale wetenschappen daarentegen hadden veel staf maar enorme aantallen studenten, wat zorgde voor weinig contact-uren en veel uitval.
De BaMa was een kans om dit beter te organiseren. Tenminste, als gekozen zou worden voor de Amerikaanse variant. En dat was ook het advies van de commissie Rinnooy Kan: BA als zelfstandige graad, waarna de meeste studenten de universiteit verlaten. Amerikaanse studenten besteden twee jaar aan een major, een jaar aan een minor, en een jaar aan vakken uit alle faculteiten (core curriculum). Een meer monodisciplinaire BA kan ook, maar maakt de kansen op graduate school niet altijd groter, soms kleiner.
Zo’n BaMa had kleine studies een kans gegeven om hun eigen broek op te houden en zelfs te groeien. Nogmaals, welke achttienjarige kiest nu voor Assyrisch? Er zullen er echter genoeg zijn die graag punten besteden aan cursussen Assyrische cultuur die uniek zijn voor Leiden. Tegelijkertijd had het de ‘onderwijsfaculteiten’ lucht gegeven doordat de meest intensieve fase – de master – in studentenaantal beperkt had kunnen worden. Jaarlijks kiezen duizenden scholieren voor psychologie of rechten, maar psychologie noch rechten wordt op school gedoceerd dus hebben ze geen idee waaraan ze beginnen. Dat blijkt dan ook, en leidt tot uitval en vertraging. Niet in het Amerikaanse systeem: als het tegenvalt, gebruik je de punten voor je minor. Herkansingen zijn overbodig: als je een vak niet haalt, doe je gewoon een ander vak – en als het vak ingangseis is voor een beoogde master zorg je dat je het haalt, op Harvard bestaan echt geen herkansingen.
Versnippering lijkt een risico, maar het is niet het idee dat studenten over veel vakgebieden veel kennis moeten verwerven. Het gaat erom dat iedere bachelor kennismaakt met de manier van denken en onderzoeksmethodes in meerdere vakgebieden. Neem nu de problemen waarmee juristen tegenwoordig in het nieuws komen: rechters die niet snappen wat een bewijs is, advocaten die relaties aangaan met cliënten en dat zelf denken te kunnen beoordelen, officieren van justitie met tunnelvisie. Je gunt ze toch een cursus kansberekening of sociale psychologie? Dat kost wat studiepunten, maar de beroepsopleiding is iets voor de master. Wel een selectieve master natuurlijk, zodat we bijvoorbeeld niet bakladingen klinisch psychologen hoeven klaar te stomen voor een vervolgopleiding die slechts een vijfde van hen toelaat.
Veel voordelen dus, maar helaas is de BaMa niet ingevoerd. In naam wel, maar alles is zoveel mogelijk bij het oude gelaten. Overal werd de toekomstige student op het hart gedrukt dat zijn opleiding incompleet was zonder bijbehorende master. Net zoals zich nu bij de kredietcrisis voltrekt, hebben de hoofdrolspelers het laten afweten. Minister noch college gaven blijk van visie, de invulling van de BaMa was voor de werkvloer. Ik heb een aantal vergaderingen bijgewoond, en zelden zo’n slecht geïnformeerde discussie meegemaakt over zo’n belangrijk onderwerp. De missie was: snel invoeren en zo min mogelijk veranderen. Snel, want ‘als Amsterdam eerder is dan wij moeten wij hen volgen in plaats van andersom’. Inhoudelijke discussie ontmoette voornamelijk hoon of intimidatie.
De fundamentele denkfout is de bachelor als incomplete graad te zien. De master is een beroepsopleiding en hoort selectief te zijn. In science vakken is een master zelfs betekenisloos, een tussengraad op weg naar PhD en een vroeg uitstroommoment voor wie PhD toch te zwaar blijkt. En wij maar folders drukken voor een loser’s degree. Dat andere faculteiten geen been zagen in een brede bachelor kan nog verklaard worden uit kortzichtigheid: ze kregen meer geld per student en vermenging zou dat onder druk zetten. Dat psychologie er niet vòòr was, gaat verder dan kortzichtigheid.
Een probleem voor psychologie was dat er geen simpele knip was: het laatste jaar was stage en scriptie, dat leek onaantrekkelijk als master. Dus werden vakken verplaatst, vakken gecreeërd en als kunstgreep (vooruitlopend op een tweejarige master) de stage uit de opleiding geplaatst. En, het moet gezegd: het was een duidelijke verbetering. Door de knip en een redelijke instroom van buitenlandse masterstudenten, werd het systeem op scherp gezet en zijn kwaliteit en rendement verbeterd. Helaas: de tweejarige master psychologie is getorpedeerd door het ministerie. Een vanwege de VSNU rondreizend groepje bejaarden wilde de stage terug in de opleiding. Dat kostte een aantal theorievakken de kop. Gevolg: er hangen nu posters waarop een alumna psychologie ons aanprijst: ‘In Leiden leerde in mijn gevoel vertrouwen’. Ouch! Nu maar hopen dat ‘mijn verstand gebruiken’ er niet helemáál bij is ingeschoten. We leiden nog steeds te veel studenten op voor een vervolgopleiding met beperkte capaciteit. In zekere zin is het verergerd: naast de ‘doorstroommaster’ (purge-master?) bestaat een researchmaster – een mooie opleiding met prima studenten, maar het aantal promotieplaatsen is beperkt. Qua organisatie is het de omgekeerde wereld: geen brede bachelor maar wel een graduate school social sciences. Leg dat maar eens uit in Boston.
Er lijkt nu een serieuzere vorm van minor op gang te komen, dus dat is mooi. Ik dacht echter dat BaMa betekent dat er een faculteit Letteren & Wetenschappen (Arts & Sciences) komt die de bachelor inricht. Daarin stoppen we dan al het onderwijsgeld dat we nu voor Ba+Ma krijgen, zodat iedere student redelijk intensief onderwijs krijgt. De master (1-3 jaar) is selectief en moet zichzelf bedruipen. Dat gaat dus een duit kosten, maar voor wie jurist, basisarts, gz-psycholoog, enzovoorts wil worden is dat een prima investering. De talentvolste studenten doen (ook) een PhD, en het geld daarvoor komt voornamelijk uit subsidies en promotiebonussen.
Daarom is mijn voorstel, na al die omtrekkende bewegingen: laten we de BaMa invoeren! Bij de huidige kredietcrisis ziet iedere buitenstaander dat de meest betrokkenen de ernst niet tot zich door laten dringen vanwege strijdige kortetermijnbelangen. Dat gaat zo dus nog tien jaar duren. Die tien jaar hebben we er met de BaMa bijna opzitten, de wereld is echt veranderd.