THOMAS BLONDEAU
Volgend jaar wordt een half miljoen Nederlanders getroffen door een depressie. In zijn tweede populair-wetenschappelijk boek Dat moet mij weer gebeuren legt psycholoog Willem van der Does het fenomeen uit voor leken. En nee, bananen eten helpt niet.
Vulgariseren. Het heeft toch een negatieve gevoelswaarde. Wie de moeite doet deze term op te zoeken in een deugdelijk woordenboek, zal leren dat het geenszins pejoratief bedoeld is. Populariseren, ook niet zo’n jofel woord.
Het Leidse departement psychologie heeft een wat dubbele geschiedenis met hoogleraren die hun expertise beschikbaar maken voor zij die verkeren buiten de academische muren. Piet Vroon en René Diekstra bereikten een groot publiek maar respectievelijk een psychose en een plagiaataffaire overschaduwden hun psychologiebestsellers. Hoogleraar experimentele psychopathologie Willem van der Does, werkzaam bij de sectie klinische psychologie en de afdeling psychiatrie van het Leids Universitair Medisch Centrum, heeft (nog) niet de bekendheid van beiden maar heeft dankzij zijn heldere en aanstekelijke schrijfstijl het potentieel bekend te worden tot ver buiten lab en collegezaal. En dan hopelijk zonder de kwalijke consequenties die zijn voorgangers ten deel vielen.
Van der Does, die vorige week zijn oratie uitsprak (zie kader), debuteerde zo’n anderhalf jaar geleden als vulgarisator met Zo ben ik nu eenmaal . Een handzaam boekje over persoonlijkheidsstoornissen, verluchtigd met tekeningen van Peter van Straaten. Het werd in het Engels vertaald en deze maand ligt Dat moet mij weer gebeuren in de winkel. Het behandelt een ziekte die volgend jaar een half miljoen Nederlanders zal treffen: depressie. En ook deze keer mag de professionele zeurcartoonist Peter van Straaten de woorden van de psycholoog aanschouwelijk maken. Net zoals bij Zo ben ik nu eenmaal maakte de auteur een keuze uit al bestaande tekeningen.
Het boek richt zich in de eerste plaats op mensen die depressief zijn of waren en hun omgeving. Een ondertitel als Zwartkijkers, zeurpieten en pechvogels geeft in ieder geval aan dat de ernst van het onderwerp niet overgeslagen is naar de aanpak. Toch presteert Van der Does het om in nog geen 150 pagina’s de verschillende dimensies van depressie aan bod te laten komen. Diagnose, impact van de ziekte, genetische aanleg, voedsel, zelfdoding, de invloed op het geheugen en antidepressiva, het passeert allemaal de revue. Ieder hoofdstuk biedt de auteur nuchtere informatie, doorprikt hij ongefundeerde opvattingen en geeft de huidige stand van zaken weer.
Zo leert de lezer dat de World Health Organization heeft becijferd dat over vijftien jaar depressie op de eerste plaats zal staan op de ranglijst van chronische ziekten, in termen van invaliditeit en kosten. Dat afhankelijk van de aard van de depressie cognitieve therapie, antidepressiva of een combinatie van beiden voorgeschreven moet worden. En nee, het eten van bananen helpt niet. Maar ook wat te doen als iemand met suïcide-gedachten zit?
Veruit het interessantste hoofdstuk handelt over antidepressiva. Van der Does beschrijft niet alleen de verschillende soorten maar wijdt ook uit over hoe de farmaceutische industrie invloed probeert uit te oefenen op ons geneesmiddelengebruik.
Zo’n 17 procent van de Nederlandse bevolking, ruim drie miljoen mensen, krijgt in zijn leven ooit te maken met depressie. De meerwaarde van dit boek voor hen moge duidelijk zijn. Voor wie echter niet direct geconfronteerd wordt met deze aandoening, is dit boek interessant om ‘s lezers vluchtige kennis over dit onderwerp eens helder getoetst te zien door een professional. Dat gerucht dat het gebruik van Prozac een verhoogde kans op zelfdoding met zich meebrengt? Volgens Van der Does is er onvoldoende bewijs voor een dergelijke bewering. En zijn antidepressiva net zoals alchol en drugs? Heb je er dus steeds meer van nodig voor hetzelfde effect? Nee, maar ervan vanaf raken kan moeilijk zijn en ontwenningsverschijnselen kunnen zich voordoen.
Van der Does’ stijl is humoristisch, soms jolig maar mijdt de platte leut. Nou ja, als hij beschrijft hoe gemeten wordt wat het effect is van bepaalde antidepressiva op het ejaculatietijdstip, wordt het wat melig. Maar wat valt er anders te maken van het gegeven van een man masturberend voor een pornofilm? In zijn andere hand een drukknop om het moment M aan te geven, om zijn erectie een drukmeter. Om de auteur te citeren: ‘Harde wetenschap dus.’
Willem van der Does , Dat moet mij weer gebeuren…Zwartkijkers, zeurpieten en pechvogels. Met tekeningen van Peter van Straaten, Scriptum, 144 pgs, € 16.
Lees verder – Kader